25 november 2022

Tafelgesprek: leef ik het leven dat ik wil leven?

Geschreven door Leon van Heel

Waar gaat het bij jou om als je gevraagd wordt: leef jij het leven dat je wilt leven? Vind of vond jij in je werk jouw bestemming? Heb jij ook heel lang moeten zoeken naar wie jij bent? Drie grote vragen die centraal staan in het Tafelgesprek deze zondag. Dit onderwerp is voorbereid door Janet Parlevliet en Bram Schrier.

Aanleiding is een interview in dagblad Trouw met Cathelijne Verboeket-Crul, verpleegkundig specialist in de palliatieve zorg. Het artikel, getiteld ‘Ik stel mezelf geregeld de vraag: leef ik het leven dat ik wil leven?, verscheen 19 oktober dit jaar in een reeks zingevingsverhalen.

Het tafelgesprek vindt zondag 27 november plaats via Zoom en we beginnen om 10.00 uur. Iedereen is welkom mee te praten. Ook als je nog niet eerder hebt meegedaan.

Door het aanklikken van de link kan je meedoen met het gesprek: https://us02web.zoom.us/j/87182862797. Dat duurt tot ongeveer 11.00 uur.

Zin in het alledaagse, Cathelijne Verboeket-Crul

Auteur: Peter Henk Steenhuis

‘Ik stel mezelf geregeld de vraag: leef ik het leven dat ik wil leven?’

Cathelijne Verboeket-Crul

Welk verhaal geeft uw leven zin? In deze reeks vertellen Trouw-lezers hun zingevingsverhalen. Vandaag Cathelijne Verboeket-Crul (1970): ‘Nu ervaar ik vaker een flow, omdat dit werk voor mij zinvol is.’

“Tijdens één van mijn nachtdiensten voerde ik een gesprek met een patiënt, een hoogleraar. Binnen zijn vakgebied was hij geliefd en werd hij geroemd. De man kon niet slapen, hij belde om me te vragen of ik iets tegen zijn onrust kon doen.

“‘Wat houdt u bezig?’, vroeg ik. Terugblikkend op zijn leven, zo vertelde hij, had hij spijt dat hij maar weinig tijd had vrijgemaakt voor zijn dochters en vrienden. ‘Mijn werk ging altijd voor.’ Hij was verdrietig en boos op zichzelf, het hield hem uit zijn slaap. ‘Voor mijn gevoel heb ik niet veel voor hen betekend.’ Hij erkende wel dat de dagen hier in het hospice veel goed maakten in het huidige contact met zijn dochters. Het werk deed er helemaal niet meer toe.

“‘Heb jij kinderen?’ vroeg hij ineens. De vraag paste in het gesprek dat we samen hadden, maar het maakte onbedoeld de vraag in mij los wat ik daar eigenlijk deed. Al die nachten en avonden aan het werk, terwijl ik thuis vier jonge kinderen had.”

Alle maskers vallen af

“In de afgelopen twaalf jaar heb ik als verpleegkundige, en later als verpleegkundig specialist in de palliatieve zorg, aan het sterfbed gestaan van honderden mensen. Zij hielden mij een spiegel voor, waardoor ik besefte wat er écht toe doet in het leven. Ze schonken mij richtingwijzers voor mijn eigen leven, zoals deze hoogleraar. Mensen die gaan sterven, praten zelden tot nooit over het werk dat ze hebben gedaan. Het gaat niet meer om vorm, buitenkant of status. Het gaat vooral over de relatie en verbinding met mensen die belangrijk voor hen zijn, van wie ze houden. Alle maskers vallen af, er blijft over wat echt is. Dit inzicht helpt het leven te vieren met familie en vrienden en hier ook bewust tijd voor te maken.

“Niet lang na het gesprek met die ene patiënt besloot ik minder te gaan werken.

“Mijn vader was anesthesioloog, hij werkte ook op de intensive care. Soms mocht ik mee met hem naar het ziekenhuis. Ik vond zijn werk en verhalen hierover heel fascinerend. Later werd hij hoogleraar pijnbestrijding met veel aandacht voor palliatieve zorg.

“Ik ging verpleegkunde studeren. Toen ik daarna in het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis werkte, werd ik voor het eerst meegenomen in het proces van doodgaan. Een patiënt sprak me aan: ‘Ik ben bang…’ En nog een keer: ‘Ik ben bang om…’ Het lukte hem niet de zin af te maken. Ook ik kon zijn zin niet afmaken, kon niet zeggen ‘om dood te gaan.’ Dat was de eerste keer dat een patiënt me uitnodigde om over de dood te praten.”

Lessen van patiënten

“Toch duurde het nog lang voordat ik mijn bestemming in het werk vond. Ik heb geen grote crisissen gekend in mijn leven, maar ik heb wel lang gezocht naar wie ik ben. Na mijn opleiding verpleegkunde ben ik sociologie gaan studeren, daar ontwikkelde ik een helikopterview op de zorg. Toch vond ik nog niet mijn bestemming, ik heb op veel plekken kort gewerkt.

“Op mijn veertigste heb ik bewust gekozen voor de palliatieve zorg, die ik nu combineer met het doen van onderzoek. Nu ervaar ik vaker een flow, omdat dit werk voor mij zinvol is. De patiënten verdiepen mijn leven, ze leren mij lessen die ik in mijn leven probeer toe te passen.

“Mensen in het hospice leven bij de dag. De meesten doen niet meer aan sociaal wenselijk gedrag, leven in het moment en hierdoor vaak ook intenser dan voorheen. Ik zou hier ook wel meer van willen hebben en vraag me weleens af of je eerst de dood in de ogen moet zien om ‘in het nu’ te kunnen leven. Ik probeer dit te beoefenen met mindfulness, maar dat is toch anders.”

Ineens voelde ik hoe het is afhankelijk te zijn

“Eén keer heb ik me echt kunnen inleven hoe het is om in een hospice te liggen. Ik had een migraineaanval en was even in bed gaan liggen op een lege patiëntenkamer. Ik weet niet hoe het kwam, maar ineens voelde ik hoe het is om afhankelijk te zijn, en voelde ik de angst voor de onbekende weg naar de dood. Het was een eyeopener.

“Een patiënt vertelde me, dat ze, toen ze ongeneeslijk ziek werd, zichzelf eindelijk dingen ging gunnen. Ze kocht die leuke, veel te dure trui, gunde zichzelf wellness dagen met massages en kocht een autootje zodat ze toch nog kon gaan en staan waar ze wilde. Ik vond het fijn voor haar, maar ook een beetje verdrietig dat ze hiervoor eerst kanker moest krijgen. Maar ik herkende me ook in haar houding, ik heb een licht calvinistische inslag. Soms denk ik nog aan haar als ik ergens figuurlijk over de streep getrokken moet worden om mezelf iets bijzonders te gunnen, en geven haar woorden mij het laatste zetje.”

Loslaten

“Ik ben nu 52, en denk regelmatig na over de dood, ook over mijn eigen leven en sterven. Sommigen vinden dat vreemd: dat doe je pas als je 75 bent. Ik denk dat het belangrijk is dat er meer bewustwording komt over ziekte, lijden en sterven. Patiënten laten mij zien dat je je tijdens het leven bewust en onbewust kan voorbereiden op de dood door te oefenen in het loslaten van materiële en immateriële zaken.

“Ik denk niet dat je je volledig kunt voorbereiden op de dood; de dood is niet maakbaar. Maar wie er veel gesprekken over gevoerd heeft, wordt er waarschijnlijk minder door overvallen. En nadenken over de dood, over sterfgevallen die ik meemaak, zorgt ervoor dat ik me geregeld de vraag stel: leef ik het leven dat ik wil leven? En zo niet, wat zou ik dan anders willen doen? Dat heeft ervoor gezorgd dat ik kan zeggen: als ik nu doodga, is dit het leven dat ik had willen leven.”

Deelnemers aan het online gesprek

Vragen:

  1. Waar gaat het bij jou om als je gevraagd wordt: leef jij het leven dat je wilt leven?
  2. Vind of vond jij in je werk jouw bestemming?
  3. Heb jij ook heel lang moeten zoeken naar wie jij bent?

Gerelateerd