Binnenstebuiten, deel 3: Tot leven komen
Geschreven door Ilonka van der Sluijs - VisserAndré Meiresonne zou deze dagen druk moeten zijn met het voorbereiden van kerkdiensten, maar nu zit hij thuis. In de aanloop naar Palmpasen deelt hij zijn overpeinzingen. Dit is het derde deel in de reeks. ‘Corona geeft ons ineens alle kans om te oefenen in naastenliefde’.
Ons leven is door een virus op z’n kop gezet. Corona, geestige naam eigenlijk: kroon. ‘Goed voor de nederigheid’ zou mijn oma zeggen. Als mensen hebben we de neiging onszelf te zien als kroon op de schepping. Corona wijst ons op onze plaats. We zijn passanten. We blijken geen idee te hebben, hebben niets in te brengen. Wonderlijk genoeg kan dat besef ook rustig maken.
Overgave
Corona dwingt ons tot overgave. Ons rest weinig anders dan het virus te laten uitwoeden. Immuniteit tegen op te bouwen. We vinden vast wel een vaccin, maar dat is te laat voor wie nu ziek wordt en mogelijk overlijdt. En dan komt er vast weer een volgend virus. De natuur gaat zijn eigen gang. We zijn als mens afhankelijk van de natuur. Niet wij, maar de natuur regeert.
De Bijbel is geschreven in een tijd dat de mens leerde om te gaan met nieuwe problemen. We leefden niet langer als jagers en verzamelaars. We hadden ons gevestigd als landbouwers en daarmee begonnen de ‘moderne’ problemen. De profeet Jeremia vatte het samen als ‘het zwaard, de honger, de pest’ (Jeremia 42:17). Oorlogen, hongersnoden en ziekten vormden de nieuwe bedreigingen voor de mens. Ze waren ontstaan doordat mensen dichter op elkaar gingen leven. Bovendien ging de mens samenleven met dieren, wat leidde tot nieuwe besmettelijke ziekten. Ziekten zoals allerlei soorten griep, waartegen nog geen afweer bestond. Ondertussen leiden misoogsten tot hongersnoden. Voedseltekorten en ruimtegebrek brachten oorlogen. Kortom, Jeremia’s ‘zwaard, honger en pest’. Carel van Schaik en Kai Michel schreven hierover een helder verhaal, Het Oerboek.
Oog
Zo beschouwd is er nog weinig veranderd. Oorlog, honger en ziekte vormen nog steeds onze grootse angst. En de boodschap van de Bijbel, het antwoord op onze angsten, is nog even actueel: heb oog voor elkaar, zie naar elkaar om. We zitten hier samen in, we kunnen hier samen uit komen. De sleutel: behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Verplaats je dus in die ander. Hoe zou het voor jou zijn, als je ineens geen inkomen had, en toch je huur moest betalen, je schuld moest afbetalen? Mark Rutte haalde die bijbelse boodschap op zijn manier aan: ‘Let een beetje op elkaar.’
Corona geeft ons ineens alle kans om te oefenen in naastenliefde. Tenminste, wanneer we ons niet laten afleiden door angst. De aanmoediging ‘Vrees niet’ komt bijna honderd keer voor in de Bijbel. Waar vind je het vertrouwen om niet bang te zijn? Terwijl ziekte en dood dreigt, tekorten ontstaan, spanningen oplopen?
Dat vertrouwen kunnen we diep van binnen vinden –
wanneer het ons lukt om rustig te worden,
de stilte diep van binnen te vinden.
Te weten dat we er niet alleen voor staan,
te voelen dat we opgenomen zijn in een groter geheel.
Ons over te geven aan wat we niet kunnen begrijpen, maar waar we toch in geloven.
In die stille ruimte is geen angst – daar is licht en vertrouwen.
Want daar weten we: het komt goed.
Het is goed.
Vanuit die stilte kunnen we dit aardse leven aan – inbegrepen het besef dat ons aardse leven vroeg of laat voorbij is. Dat kan ons ook aanzetten om te genieten van elk moment dat we hier zijn. En we zijn hier niet alleen, we zijn hier met zovelen – ook al kunnen we elkaar nu niet aanraken. We kunnen wel contact maken met anderen en zo ervaren dat we leven, hier samen leven. Een belletje geven, een kaartje sturen, een tekening maken: het brengt ons tot leven.
André Meiresonne, vervanger van Jan Klijnsma