Meer besef van wat er echt toe doet
Geschreven door Ilonka van der Sluijs - Visser‘We zullen dit nog gaan missen,’ schreef ik vorig jaar, ‘met weemoed aan terugdenken.’ Corona als geschenk. Niet wetende dat het virus deze Pasen nog even aanwezig zou zijn. Die gratis veertigdagentijd duurt nu al een jaar! Eén verschil: toen wisten we niet wat we moesten doen – behalve handen wassen en binnen blijven, geen andere mensen zien en afwachten.
Afijn, inmiddels is een aantal van ons geprikt, zelfs al voor een tweede keer. Jongere anderen krijgen binnenkort een vaccin (ik wil graag Janssen: ‘Koopt Hollandsche waar, dan helpen wij elkaar!’). Dan hopen we na de Pinksteren voorzichtig naar buiten te kunnen en dan, wie weet, een mooie zomer. In vermoed dat we COVID-19 dan ook weer heel snel gaan vergeten.
En toch, ik wil ook graag iets vasthouden. Het afgelopen jaar was bizar en is ook nog niet voorbij. We kennen allemaal mensen die van het coronavirus ziek werden en er zelfs aan overleden zijn. We willen het niet nog een keer meemaken. Maar we weten ook dat corona een blijvertje wordt (‘endemisch’) en er zo opnieuw een volgend virus kan overspringen van dier op mens.
Wat ik wil vasthouden is wat het me bracht – en misschien herkent u het. Meer besef van wat er echt toe doet. Vervelend genoeg is onze natuur blijkbaar zo ingericht dat er eerst iets naars moet gebeuren voordat iets tot ons doordringt en we in actie komen. We zijn van nature niet erg gesteld op verandering – en naarmate we ouder worden al helemaal niet (is mijn inschatting).
Wat tot mij is doorgedrongen (ik moet zeggen: weer en beter doordringt) is: elkaar is wat we hebben. In de dienst van twee maanden geleden hadden we het hierover. In de laatste AdRem kunt u het nalezen, als reactie op de Bezinningsbrief: ‘Elkaar is wat we hebben’. We zullen het hier met elkaar moeten doen. Dat lukt beter wanneer we elkaar de ruimte geven en respecteren.
Gek genoeg gaf de relatieve rust (misschien beter: de leegte!) van corona ook de ruimte om wat afstand te nemen. Waar zijn we mee bezig? Wat willen we eigenlijk? In wat voor een wereld willen we leven? De verkiezingen gingen er deels ook over. De uitslag bracht iets interessants aan het licht: een deel van ons wil nu gas geven en sneller vooruit, terwijl anderen juist op de rem staan.
De kerk is geen plek voor politiek, wel voor bezinning – op de politiek. Want hoe willen we met elkaar omgaan, wanneer ‘elkaar is wat we hebben’? Corona bracht mij dankbaarheid en nederigheid. Dankbaar dat we leven in een land waar zoveel zo goed gaat, terwijl we in de grootste crisis sinds de oorlog zitten. Een nederigheid over onze positie in en tegenover de natuur.
Wat ik wil vasthouden is een besef van betrekkelijkheid. Dat we van alles kunnen vinden en willen. Maar dat we er uiteindelijk niet over gaan. ‘De mens wikt, maar God beschikt.’ Dat besef maakt me eerlijk gezegd best rustig. Ik ga er niet over – en ik draag ook niet verantwoordelijkheid. Er zijn grotere machten aan het werk. Beter bepaal ik me tot waar ik over ga, al is dat bijzonder weinig.
Ondertussen blijken we als mensen veel flexibeler dan we waarschijnlijk dachten. Want kijk eens hoe snel we ons hebben aangepast aan de veranderde omstandigheden. Maandenlang een avondklok, voor de meesten inmiddels een gegeven. Afstand houden, het begint een gewoonte te worden. En min of meer moeiteloos lijken we te schakelen naar andere vormen van contact.
Wanneer iemand een jaar geleden had gezegd: over negen maanden lopen we allemaal met een mondkapje, moeten we voor negenen binnen zijn en kijken we op internet naar de kerkdienst, dan hadden we het niet geloofd. Onmogelijk, hadden we gezegd. Ons aanpassingsvermogen blijkt enorm. Dat is hoopvol, want het betekent dat we ook (potentieel) erger wellicht nog aankunnen?
Maar wat willen we ondertussen graag weer samen koffiedrinken! Liefst met Kruukplaetjes van Marion. Natuurlijk, en dat komt ook weer. Nog even volhouden: dat kunnen we, dat laten we zien. Wat we voor elkaar betekenen tonen we ook. We schrijven, bellen en zoomen – en het werkt. Oké, het doet soms denken aan surrogaatkoffie uit de oorlog, maar er komen betere tijden!
Nog een vraag aan u: Wat wilt u vasthouden van dit jaar? Waaraan gaat u met weemoed terug denken? Wat zult u missen als straks alles weer ‘normaal’ zou zijn? Waarvan zegt u: Dit wil ik houden! Dit neem ik mee! Tot slot: Beste mensen, samen gaan we door het lijden heen en met elkaar zullen weer opstaan. Alvast een fijne Pasen toegewenst! En volgend jaar weer Paasontbijt.
André Meiresonne