Tafelgesprek zondag 12 september Remonstrantse gemeente
Geschreven door Ilonka van der Sluijs - VisserHelaas niet naar Battenoord!
Waar gaan we het over hebben?
“Van de week hoorde ik Willeke Alberti op de radio. Telkens weer. Dat ontroerde me. Telkens weer kom ik de demon tegen, het beest, en stop ik het weg. In de kelder, of ik verkleed het, sla erop in. Pas nu leer ik er rustig naar kijken.
Het is het trauma van gepest te zijn in mijn jeugd. Dat komt steeds terug, ‘Telkens weer alsof het nooit geneest’, zingt Willeke Alberti, ‘blijft er die pijn bestaan om wat is geweest’. Dat maakte me moedeloos en ik was hard voor mezelf. ‘Heb je nog steeds last van dingen uit je kindertijd?’, hield ik mezelf voor. ‘Maak er eens korte metten mee!’
Moeder
Nu ik moeder ben, kijk ik er milder naar, veel milder. Ik zie de schoonheid van de herhaling, dat dat beest steeds opnieuw opdoemt. Werd ik er vroeger somber van – wéér hetzelfde liedje – denk ik nu: het zijn oefeningen om steeds een andere methode te proberen om verder te komen. Dat gegeven komt in mijn volgende boek, een roman.
Ik lees veel over de doorwerking van trauma van de ene op de andere generatie. Mijn moeder heeft een volle rugzak, ik begrijp meer van mezelf nu ik haar beter begrijp. Ik heb het gevoel dat ik was bedoeld als de pleister op haar wonde, maar een kind kan dat niet zijn.
In mijn boek komt een vrouw voor van mijn leeftijd, die op zeker moment haar moeder nodig heeft. De dialogen die ik daarin kan schrijven, zijn de dialogen die ik had willen voeren. Heerlijk. Ze kómen gewoon, ook doordat ik doodmoe ben, met een klein kind en een baan en een boek dat er moet komen.”
Geen energie voor maskerades
“’s Ochtends vroeg en ’s nachts schrijf ik. Uitgeput, wat precies goed is als je wilt schrijven, dan heb je geen energie voor maskerades, alles komt zó uit de buik. Rauw. Ongecensureerd.
Het boek wordt, dat zult u begrijpen, fictie. Over gebroken mensen. Die met hun kwetsbaarheid omgaan. Hoe ze dat verdoezelen, in de ogen kijken, hoe ze anderen daarbij helpen of juist niet.
Ik heb de laatste jaren zoveel mensen geïnterviewd over hun pijn. In het laatste jaar had ik het zwaar, maar mijn gasten (in Ik mis je, Zie je zondag!, Café Lazarus en De Nachtzoen, red.) hadden de moed zichzelf over te geven. Dat troostte mij, ik trok me aan hen op. Als een ander het kan, kan ik het ook. Delen is helen.
Veel te groot
Telkens weer houdt me de klimaatproblematiek bezig, op het moedeloze af. Ik heb met mijn zoontje op de bank gezeten, terwijl ik dacht: wat doe ik je aan, we gaan ten onder. Ik geef mijn zoon zijn wereld door, breng klimaatoffertjes, verbouw zelf groenten in mijn tuintje, maar het stelt geen drol voor. Ik heb mijn ecologische voetafdruk gemeten. 1,7. Veel te groot.
Dan moet ik telkens weer het verhaal horen van een andere wereld, door de eindigheid heen de eeuwigheid. Steeds weer vertellen dat Jezus aan het kruis hangt, dat is om moedeloos van te worden, maar er komt wel een verhaal achteraan. Daar houd ik me aan vast. Ook omdat ik dan niet alleen sta.
Ik heb de hoop dat als ik door mijn moedeloosheid heen ga, er misschien overgave is, een verrassing, dat je een onbekende kant van jezelf ontdekt. Dat is de kracht van ‘telkens weer’, alleen zo ontdek je dat.
Ik zou wel iets lichtvoetiger willen zijn. Gelukkig leert mijn zoon me dat. Wat dartelen is.”
Lodewijk Dros 16 augustus 2021
- Noteer een paar woorden die bij je opkomen tijdens het lezen van het interview met Marleen Stelling?
- Wat is voor jou een inspirerende zin of wat is jouw persoonlijke leefregel?
- Steeds weer tegen hetzelfde aanlopen in je leven, herken je dat?
- Kun jij schoonheid zien in herhaling?
- Herken jij woorden als overgave, berusting, dartelen?