De kerkdienst met Toon Vessies is nu te zien: Kennen en gekend worden
Geschreven door Leon van HeelKennen en gekend worden. Dat is het thema van de kerkdienst zondag. Toon Vessies uit Zoetermeer gaat voor in Sommelsdijk. Dick Muller speelt op het orgel.
De dienst begin om 10.00 uur. Bezoekers zijn welkom in de kerk. Er is gezorgd voor ventilatie. Tegelijkertijd is de dienst online te volgen op Facebook en deze pagina. De uitzending blijft ook op een later tijdstip te bekijken.
Collecte
De eerste collecte is deze week voor de Diaconie. De tweede collecte is voor de eigen gemeente, uw bijdrage verdelen we over deze twee doelen. U kunt een bedrag hiervoor overmaken via deze link of door het scannen van de QR code.
Gedichten
Voor zijn overdenking put Vessies onder meer uit twee gedichten; ‘Jij kent mij’ van Bette Westera en ‘Met zijn allen gelijk, dat is pas sterk’ van Karel Eykman. De liturgie vindt u hier
Jij kent mij
van Bette Westera, vrij naar psalm 139
Wonderlijk, zo goed als jij mij kent, God
Je weet wat ik doe,
waar ik ga, waar ik sta
Ga ik verkeerd,
dan roep je me terug
Je geeft me een duwtje en zegt: deze kant op
Alleen maar een duwtje,
heel zacht,
in een andere richting
Doe ik iets doms,
dan ken jij mijn schaamte
Je luistert:
het geeft niet,
begin maar opnieuw
En je helpt me
Niet met je handen,
maar ergens van binnen,
onzichtbaar en zacht
Jij kent mij als geen ander,
God Jij weefde mijn weefsel,
mijn handen, mijn voeten,
mijn hart en mijn nieren,
mijn diepste gedachten, mijn wezen
Jij kent mij van lijf en van leden,
van buiten en binnen,
van vroeger,
voor nu en altijd
Met zijn allen gelijk, dat is pas sterk
van Karel Eykman
Zullen we voor jou piano spelen
dachten mijn vingers, is dat geen goed idee?
Jullie doen maar, zeiden mijn oren
maar wij doen mooi niet mee.
Dat is dus niets geworden,
daar kwam niets van terecht.
Vingers zonder oren, dat lukt niet echt.
Zullen we naar je toekomen
dachten mijn voeten, is dat geen goed idee?
Jullie doen maar, zeiden mijn benen
maar wij doen mooi niet mee.
Dat is dus niets geworden, ik kwam niet bij je terecht.
Voeten zonder benen, dat lukt niet echt.
Zullen we je aaien
dachten mijn handen, is dat geen goed idee?
Jullie doen maar, zeiden mijn armen
maar wij doen mooi niet mee.
Dat is dus niets geworden,
ik bracht er niets van terecht.
Handen zonder armen, dat lukt niet echt.
Je ziet er lief uit, dat moet gezegd
dachten mijn ogen, is zoenen geen idee?
Dat zal wel, zei de mond toen
maar ik doe mooi niet mee.
Dat is dus niets geworden,
ik heb het je niet gezegd.
Ogen zonder mond, dat lukt niet echt.
Dat wil ik niet meer, voor geen prijs.
Zo komt mijn lijf nooit in orde.
Elk lichaamsdeel eigenwijs
dat is om gek van te worden.
Alle lichaamsdelen samen één
dat zou mooi zijn, dat zou ik wel willen.
Mijn grote mond geen baas meer over mijn kleine teen
mijn hoofd niet hoger dan mijn billen.
Zo moet het ook gaan in de kerk:
het werkt niet goed, één alleen boven.
Met zijn allen gelijk, dat is pas sterk
daar moeten we allemaal aan geloven.