Zondag 8 mei Tafelgesprek in de Remonstrantse Kerk Sommeldijk
Geschreven door Ilonka van der Sluijs - VisserZondag 8 mei is er weer een tafelgesprek in de Remonstrantse kerk te Sommelsdijk. We beginnen om 10.00 uur Voorstraat 35 te Sommelsdijk.
U bent van harte welkom ook als u nog niet eerder hebt meegedaan!
Kennen en gekend worden
Wij borduren dan voort op het thema kennen en gekend worden, dat voorganger Toon Vessies ons afgelopen zondag aanreikte.
We zongen psalm 139 en hij las ons een vrije bewerking van deze psalm voor, geschreven door Bette Westera.
Lees eerst beide teksten rustig door en beantwoord dan voor jezelf de vragen.
Vragen
1. Hecht jij meer aan psalm 139 of spreekt jou de vrije bewerking meer aan ?
2. Hoe probeer jij anderen te kennen ….. vind je dat moeilijk ….. ben je bang om de plank mis te
slaan of ….?
Psalm 139
1 Voor de koorleider. Van David, een psalm.
HEER , U KENT MIJ, U DOORGRONDT MIJ,
2 U weet het als ik zit of sta,
U doorziet van verre mijn gedachten.
3 Ga ik op weg of rust ik uit, U merkt het op,
met al mijn wegen bent U vertrouwd.
4 Geen woord ligt op mijn tong,
of U, HEER, kent het ten volle.
5 U omsluit mij, van achter en van voren,
U legt uw hand op mij.
6 Wonderlijk zoals U mij kent,
het gaat mijn begrip te boven.
7 Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,
hoe aan uw blikken ontkomen?
8 Klom ik op naar de hemel – U tref ik daar aan,
lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar.
9 Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad,
al ging ik wonen voorbij de verste zee,
10 ook daar zou uw hand mij leiden,
zou uw rechterhand mij vasthouden.
11 Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken,
het licht om mij heen veranderen in nacht,’
12 ook dan zou het duister voor U niet donker zijn –
de nacht zou oplichten als de dag,
het duister helder zijn als het licht.
13 U was het die mijn nieren vormde,
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
14 Ik loof U om het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
15 Toen ik in het verborgene gemaakt werd,
kunstig geweven in de schoot van de aarde,
was mijn wezen voor U geen geheim.
16 Uw ogen zagen mijn vormeloos begin,
alles werd in uw boekrol opgetekend,
aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.
17 Hoe rijk zijn uw gedachten, God,
hoe eindeloos in aantal,
18 ontelbaar veel, meer dan er zand is bij de zee.
Ontwaak ik, dan nog ben ik bij U.
19 God, breng toch de goddelozen om,–
weg uit mijn ogen, jullie die bloed vergieten–
20 ze spreken kwaadaardig over U,
uw vijanden misbruiken uw naam.
21 Zou ik niet haten wie U haten, HEER,
niet verachten wie tegen U opstaan?
22 Ik haat hen, zo fel als ik haten kan,
ze zijn ook mijn vijand geworden.
23 Doorgrond mij, God, en ken mijn hart,
peil mij, weet wat mij kwelt,
24 zie of ik geen verkeerde weg ga,
en leid mij op de weg die eeuwig is.
“Jij kent mij…. “vrij naar psalm 139 door Bette Westera
Wonderlijk, zo goed als jij mij kent, God
Je weet wat ik doe,
waar ik ga, waar ik sta
Ga ik verkeerd,
dan roep je me terug
Je geeft me een duwtje
en zegt: deze kant op
Alleen maar een duwtje,
heel zacht,
in een andere richting
Doe ik iets doms,
dan ken jij mijn schaamte
Je fluistert:
het geeft niet,
begin maar opnieuw
En je helpt me
Niet met je handen,
maar ergens van binnen,
onzichtbaar en zacht
Jij kent mij als geen ander, God
Jij weefde mijn weefsel,
mijn handen, mijn voeten,
mijn hart en mijn nieren,
mijn diepste gedachten,
mijn wezen
Jij kent mij van lijf en van leden,
van buiten en binnen,
van vroeger,
voor nu en altijd
Tot zondag, Janet Parlevliet en Meta van Zuylen.