Laat jezelf niet gek maken, zegt André Meiresonne: ‘Sta op, en doe iets!’
Geschreven door André MeiresonnePaasoverdenking van vrijzinnig voorganger André Meiresonne uit de nieuwste Vrijzinnige Klanken, het blad van de gemeente, waarin hij zijn oplossing geeft hoe om te gaan met de narigheid in de wereld en in onze eigen omgeving.
Steeds meer mensen hoor ik zeggen: ‘Het wordt me teveel. Ik haak af. Het nieuws maakt me boos en verdrietig.’ Dat snap ik. Ik vind het af en toe letterlijk misselijkmakend. De lompheid, de grofheid. Het gebrek aan inlevingsvermogen en medeleven. De gevoelloosheid, de onbarmhartigheid. En niet alleen op het wereldtoneel: ook heel dichtbij, in ons eigen land.
Waar zijn we in terecht gekomen? En hoeveel gekker moet het nog worden? Het zou zomaar kunnen dat het nog lang duurt voordat we met z’n allen weer bij zinnen zijn gekomen. Dan rijst de vraag: Hoe gaan we daar ondertussen mee om? Wat te doen wanneer je je hopeloos voelt? Hoe voorkom je dat je terecht komt in machteloosheid en frustratie? Anders gezegd: Hoe blijf je geestelijk gezond, terwijl de gekkigheid om je heen alleen maar lijkt toe te nemen? Hoe kunnen we ons verweren tegen alle gekte?
Toen Jezus van Nazareth aan het kruis was geslagen zei hij volgens de evangelist Lucas: ‘Vader vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen’. Goed om deze dagen voor ogen te houden: de naarlingen hebben geen idee van wat ze aanrichten – ‘De mensen weten niet beter’. Dat maakt de schade niet minder groot, het leed niet minder zwaar. Maar wel goed om in het achterhoofd te houden, want het helpt om het niet persoonlijk te maken. En dat is nodig om zelf vrij te blijven – in je gedachten, en in je doen en laten.
Wat kunnen we ondertussen doen – om niet bij de pakken neer te gaan zitten? Vijf tips:
- Doe mee. Haak niet af. Doe wat binnen je vermogen ligt. Ook al is het nog zo klein. Ga van WhatsApp naar Signal. Bel iemand, wanneer je aan haar of hem denkt. Verspreid blijdschap om je heen. Want iets doen, ook iets piepkleins, geeft grip – en de kracht om door te gaan. Iets doen laat je voelen dat je leeft, en dat niemand jou je leven kan afpakken.
- Wees duidelijk. Spreek je uit. Laat niets passeren waarvan jij vindt dat het gewoon niet kán. Durf een norm te stellen – wees uitgesproken over wat je wel of niet kunt maken. Je zult zien, mensen om je heen zullen zich gesterkt voelen – omdat iemand durft te zeggen waar het op staat.
- Blijf vriendelijk. Ook tegen klootzakken. Herinner je: ze weten niet beter. Doe zelf niet naar tegen mensen die naar doen. Gedraag je, juist naar naarlingen, volwassen. En je hoeft niet altijd iets te zeggen. Soms is je wenkbrauwen optrekken al genoeg.
- Stel een vraag. Ga niet ‘jij’en’, maar vertel wat iets naars met jou doet: ‘Ik zie je dit of dat doen. Ik word er niet blij van. Erger, het doet me pijn.’ En vraag dan: ‘Is dit echt wat je wilt? Word je daar nou blij van?’
- Trek een grens. Als iets echt niet kan, en iemand ook niet wil luisteren, dan houdt het op. Anderen beschadigen, geweld plegen van welke soort dan ook, fysiek of mentaal – dat doe je niet. Dan mag je zeggen: ‘Sodemieter op!’ Heel gezond om te doen.
Houd voor ogen: niemand doet harteloos voor z’n plezier. Maar je hoeft harteloosheid niet te verontschuldigen. Weet dat mensen die de naarste dingen doen, zelf het bangst zijn – daarom doen ze naar. Dus laat je niet bang maken door bange mensen. Want dan hebben ze jou waar ze je willen hebben. ‘Wees niet bang’ is niet voor niets de meest voorkomende spreuk in de Bijbel.
Wanneer je bang wordt, trek je dan even terug en vraag jezelf hardop af: ‘Waar ben ik eigenlijk bang voor? Wat kan mij nou helemaal gebeuren?’ En je zult zien, het werkt – je wordt minder bang.
Je staat er niet alleen voor. Door je uit te spreken, zul je merken dat er meer mensen zijn die hetzelfde denken en voelen – mensen die blij zijn om samen iets te kunnen doen.
Zorg voor elkaar. Houd elkaar vast. Het helpt.