1 juli 2025

Optimisten en pessimisten, André Meiresonne heeft voor allebei wijsheid paraat

Geschreven door Leon van Heel

Zomeroverdenking van vrijzinnig voorganger André Meiresonne uit de nieuwste Vrijzinnige Klanken, het blad van de gemeente, waarin hij optimisten prijst en constateert dat pessimisme ook voordelen heeft.

Gezegend wie op de HEER vertrouwt, wiens toeverlaat de HEER is. Hij is als een boom geplant aan water, zijn wortels reiken tot in de rivier. Hij merkt de komst van de hitte niet op, zijn bladeren blijven altijd groen. Tijden van droogte deren hem niet, steeds weer draagt hij vrucht.
– Jeremia 17:7-8 (NBV21)

Je moet wel een geboren optimist zijn om deze tekst van Jeremia te geloven. Met als geestig bijkomstigheid dat juist deze profeet alom bekend staat als pessimist bij uitstek. Klaagzangen waren zijn specialiteit. ‘Jeremiëren’ is niet voor niets een uitdrukking in onze taal geworden.

Je hebt optimisten en je hebt pessimisten. We kennen ze allemaal. Mensen waarvan je denkt: Hoe kun je het leven zo zonnig inzien? En mensen waarvan je denkt: Hoe kun je toch zoveel donkere wolken zien? Maar…optimisme en pessimisme, je kunt er niet voor kiezen. Het is een gegeven – het is je gegeven

Een behoorlijk deel van optimisme of pessimisme is aangeboren, en kan zich nog versterken ook. Ben je bijvoorbeeld optimistisch van aard, dan kan dat nog sterker worden door een optimistische opvoeding door optimistische ouders, die je weer optimistische stemmende levenservaringen opleveren. Zulke mensen hebben uiteraard moeite om te begrijpen dat iemand níet optimistisch zou zijn. 

Andersom gebeurt het natuurlijk ook: je hebt een pessimistische aard, groeit op in een pessimistisch gestemd (en stemmend!) gezin, en doet van de weeromstuit de nodige tot pessimistische levenservaringen op. Daar zit je dan, met een pessimistische aard, een dito opvoeding en ervaringen. Dan is het lastig om optimistische mensen te begrijpen – misschien kun je ze zelfs wel schieten. 

Je kunt het ook binnen gezinnen aantreffen. Twee zussen, de een is van nature meer optimistisch, de ander meer pessimistisch van aard. Ze zeggen tegen elkaar: ‘Zijn wij in hetzelfde gezin opgegroeid?’ Want ze hebben compleet verschillende jeugdherinneringen, en diametrale levenservaringen. Dat begint en eindigt met hun verschillende aard. Ze kijken anders, ze horen anders, ze beleven anders. Verwarring alom. 

Maar voor alle mensen, optimist èn pessimist, heeft Prediker deze wijsheid voor handen:

Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan. Draag altijd vrolijke kleren, kies een feestelijke geur. Geniet van het leven met de vrouw die je bemint. Geniet op alle dagen van je leven, die God je heeft gegeven. Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven.
– Prediker 9:7-9 (NBV21)

Deze wijsheidsleraar wist de tegenstelling optimist/pessimist knap te overstijgen – door te erkennen dat het leven vluchtig is, en daarom te genieten zolang het kan.

Beide neigingen hebben trouwens voordelen. Optimisten hebben meer het gevoel controle te hebben over hun leven. Ze leven wat gezonder en leven ook langer. En ze zijn vaak nog gelukkiger ook.

Inderdaad: ‘Het is niet eerlijk!’ Toch, pessimisme heeft ook voordelen. Pessimisten zijn minder vaak teleurgesteld (want, ze hebben minder hoge verwachtingen). Bovendien hebben ze minder kans op ongelukken (want, ze zijn wat angstiger en daarom risicomijdender). 

De meesten van ons zijn natuurlijk niet het ene of het andere uiterste, we bevinden ons ergens tussen optimisme en pessimisme, afhankelijk ook van de omstandigheden. Maar de meesten kunnen wel van zichzelf aangeven of ze meer neigen naar optimisme of naar pessimisme. Maar het belangrijkste om te weten is: het is een aanleg – waar je niet om gevraagd hebt. Je wordt ermee geboren, je krijgt het mee. Je kiest er niet voor. Dus wanneer je je ergert aan een optimist of een pessimist, weet dat hij of zij nu eenmaal zo in elkaar zit. Net als jij. 

En als je het even niet meer weet is er nog altijd die psalm van David: 

De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets.
Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water.
– Psalmen 23:1-2 (NBV21) 

Over André Meiresonne

André Meiresonne

Geestelijk verzorger en vrijzinnig voorganger. Ooit opgeleid als bestuursjurist, werkte in de communicatie en marketing en daarna als trainer en coach. Deed de pre-master Humanistiek aan de Universiteit voor Humanistiek en behaalde daarna de master Spiritual Care aan de Vrije Universiteit, omdat hij zichzelf en anderen beter wilde leren kennen. Dat begint met luisteren. En jezelf durven laten zien. Gelooft dat we allemaal wel ergens in geloven – ook ongelovigen. Vandaar dat hij zichzelf presenteert als Dominee voor de Ongelovigen.

Gerelateerd