20 juni 2020

Teksten remonstrantse dienst uit Alkmaar, 21 juni 2020

Geschreven door Redactie

Remonstrantse dienst vanuit Alkmaar

Voorganger: ds. Pieter Korbee

m.m.v.
Zanggroep ‘Op adem komen’ o.l.v. Connie Kriek
Piano: Leontine Kaptein
Viool: Aukje Kaptein

Stem

Onze viering dragen wij op aan de Eeuwige,
De levende God, die hemel en aarde maakt,|
Die trouw is en niet het werk van zijn handen laat varen.

Genade en vrede zij met U


Lied 328
          Melodie en zang

Gij wacht op ons
totdat wij opengaan voor U.
Wij wachten op uw woord
dat ons ontvankelijk maakt.

Stem ons af op uw stem,
stem ons af op uw stem,
op uw stilte.

Welkom

Wij zijn in Alkmaar, in een zeventiendeeeuwse schuilkerk, achter huizen verborgen. Remonstranten kwamen hier eeuwenlang bijeen. Wij heten u welkom.

Inkeergebed

Laten wij stil worden
En inkeren tot ons innerlijk.

Eeuwige, onze God
uw aanwezigheid zoeken wij, uw geest
Dat we al die vlugge, vluchtige gedachten los mogen laten
In in stilte met u zijn, in vrede
Dat u ons mag opheffen
Dat we leren zien waarvoor we zo vaak blind zijn
Mogen horen waarvoor we doof zijn

Uw ontferming
Dat we mogen ervaren dat u ons hart verlicht
Dat uw geest ons zal bezielen
Dat we weg werpen wat tussen u en ons instaat
Dat we met uw ogen mogen zien
onze medemensen, onze wereld
met ontferming.

Wees met ons, o God.
Amen

Lezing
“Gelukkig wie zuiver zijn van hart, zij zullen God zien”        (Matt. 5: 8)

Lied 216: 1 en 2

Dit is een morgen als ooit de eerste,
zingende vogels geven hem door.
Dank voor het zingen, dank voor de morgen,
beide ontspringen nieuw aan het woord.

 Dauw op de aarde, zonlicht van boven,
vochtige gaarde, geurig als toen.
Dank voor gewassen, grassen en bomen,
al wie hier wandelt, ziet: het is goed.

Thema

Gelukkig de mens – Kun je het zomaar zeggen? Ik zou het graag willen – in welke omstandigheden je ook verkeert, hoe ook de tijden zijn. Maar is het altijd gepast? En toch, er wordt je geluk toegewenst – genade en vrede – er wordt een hand uitgereikt – zomaar, om niet – om je op te trekken, om op te staan.

Uit de vele mogelijkheden om deze woorden te vertolken, vanuit het Psalmboek, vanuit het boek Spreuken, of vanuit de Bergrede hebben wij gekozen voor het zingen en lezen van Lied 1a uit het Liedboek. Een psalm dus.

Lezing en zingen

Lied
Psalm 1a Zingen en lezen

Gelukkig is de mens,
gelukkig is de mens

die niet wegloopt met raad van kwaadwilligen,
die niet staat op de weg der slechten,
die niet zit bij al wie schamperen,
maar die geniet van de wet van de Heer,
haar wikt en weegt dag en nacht.

Gelukkig is die mens,
gelukkig is die mens.

Maar zo niet die het kwaad opzoeken:
kaf zijn ze, door de wind verwaaid.
Daarom houden ze geen stand bij hun berechting,
de slechten niet in de kring van die oprecht zijn.
Want de Heer kent de weg van de oprechten
maar de weg van wie kwaad wil loopt dood.

Gelukkig is de mens,
gelukkig is de mens,

die niet wegloopt met raad van kwaadwilligen.

Gelukkig is die mens,
gelukkig is die mens.

Lezing Hoe gelukkig kan ik zijn

Gelukkig,
Hoe gelukkig kan ik zijn
Als mijn leven mij uit handen wordt getrokken
Als ik niet kan zijn die ik eens was
Als ik niet mag zien wie ik zo graag zou willen zien
Als ik niet mag voelen wie ik liefheb?

Hoe gelukkig kan ik zijn
Als mijn uiterlijk niet wordt aanvaard
Als ik mij steeds weer groot moet houden
Als mijn innerlijk niet met dat van anderen strookt
Als ik mij alleen voel?

Hoe gelukkig kan ik zijn?
Zeg ik dan niets meer?
En trek ik een strak gezicht?
Kan ik het dan nog aanhoren:
Gelukkig wie verdriet heeft
Wie schreeuwt naar gerechtigheid?

Waarnaar ik uitzie is naar een omkeer
Een opstand, altijddurend een omarming.
Bied je dit?

Lied 330

Woord dat ruimte schept,
toekomst, wijd licht land
waar gerechtigheid
als rivieren stroomt,
waar een wijnstok bloeit
tegen klippen op –
even is het waar
en dan is het weg.

Toon mij niet vergeefs
wat mijn ziel verlangt,
geef dat ik volhard
in uw vergezicht.

Overweging kort

De zaligsprekingen lijken voorwaarden te bevatten: als je zo bent, dan zul je gelukkig zijn; zo kun je ze vaak lezen. Maar eerder zijn het wensen die je toegezegd worden: het is je gegund gelukkig te zijn, in welke omstandigheid je ook verkeert.

Overweging

Lieve mensen,

Gelukkig de mens. Een wens, een toezegging. En tegelijkertijd zijn we met maar enkelen bijeen, acht mensen. Buiten beeld nog enkelen. Alle anderen zijn er niet. Zelfs de stoelen zijn weg. Gelukkig de mens? Wij staan ver uiteen. Houden afstand. We zetten deuren en ramen open om de lucht te laten circuleren. Vragen ons af of we er goed aandoen bijeen te komen, om te zingen, te vieren dat ons leven gedragen wordt, te vieren dat het begin van alles liefde is.

Zijn we gelukkig of eerder bezorgd? Zo gelaagd zijn onze gevoelens en is ons leven.

En toch is deze wens het begin van alles. Ze vormt het begin wanneer je – en het hoeft echt niet om partners te gaan – met zijn tweeën bent. Jij en ik. Dan kan die wens uitgesproken worden, maar vaker nog wordt ze zonder woorden gezegd, stilzwijgend. Dan blijkt ze uit het doen, uit hartelijkheid over en weer. Ze kan worden uitgesproken in een groep, tot ieder die er is. Ze blijkt daaruit wanneer elkaar een hand wordt toegestoken en wordt gezegd: kom. We vormen een gemeenschap. Je trekt met elkaar op. Soms moet je de ander laten gaan. Dan kun je alleen nog zeggen: adieu. Maar ook dan kun je de wens nog uiten.

Elkaar geluk toewensen is een scheppingsdaad. Wat ervan komt weet je niet. Maar het is het begin. Op deze wijze is de aarde gevormd. De schepper zag dat het goed was. Het gaat om de goede aarde bij de schepping.

De wens wordt uitgesproken om niet. Ze wordt als een zegen meegegeven. Zomaar, zonder tegenprestatie. Dat heet genade. Dit wordt gezegd wanneer we hier samenkomen. Het is niet een voorganger die dit zegt, ja ook, maar hij herhaalt een stem die van ver komt. Van een verte die zich voor ons opent en die zich over de aarde ontfermt.

Nu komen wij in deze kleine kring samen, heel onbeholpen, met ieder die ons via het beeld volgt, samen om deze taal, deze woorden te horen. Het is beeldspraak. Deze verte, waarvan we spreken, die zich over ons ontfermt, de hemel. Die hemel is niet te bereizen. Het is niet de lucht daarbuiten, het blauwe uitspansel. Hoewel, die lucht kan mooi zijn. De lucht is ook de wind die over de aarde waait en ziet dat er nog zoveel te doen is, is de geest van God die de chaos op orde wil maken. Die aan het werk is, dag in, dag uit.

Echter door dat te zeggen maken wij weer de stap van alledaagse beelden, die van de schoonheid van de aarde, naar een toevertrouwen aan de schepper ervan. Met deze woorden aan het begin van onze samenkomst wordt een dimensie van ons bestaan geopend die we wel nooit goed zullen kennen of begrijpen. En toch is deze stap het begin van alles. Deze dimensie, of het nu de vijfde of de vijftigste is, is een ruimte waar je zonder voorbehoud tot je recht mag komen. Organiseren kun je dit niet. Het is geen plan dat je ontwerpt. Geen rekenwerk, geen berekening, dat alles wordt uitgegumd, zeven keer zevenmaal, zeventig keer zevenmaal.  Een intentie. Het is een ruimte waar de woorden klinken dat het je goed mag gaan. Dat je deel uitmaakt van die wind die over de aarde waait.

Je kunt zeggen, het is alleen maar beeldspraak. Het is niet echt. En cynischer kun je nog zeggen, het is allemaal illusie. Maar stel je voor dat we deze taal zouden missen. Zouden we beter af zijn? Gelukkiger?  Wat rest er van ons als we deze taal uit onze boeken verbannen?

Maar je mag toch wel reëel zijn? Ons leven is niet vol geluk. We leven niet in een hemel. We kennen pijn. Pijn omdat we ons stoten, pijn omdat ons kwaad wordt gedaan, omdat we teleurgesteld raken in anderen, dat ook, pijn omdat de aarde niet altijd even lieflijk blijkt te zijn en ook pijn omdat we zelf niet altijd de goede keuzen maken.

Zonder deze kwetsuren zal het niet gaan. Maar is dit een reden om niet te luisteren naar de stem die je zegent?  Is het niet een reden om juist wel te luisteren?

Dikwijls wordt een zegen uitgesproken tegen een achtergrond die donker is. Hij trekt je ervandaan.

Het allereerste lied uit het liedboek van de Bijbel, de psalmen, lijkt hierop in te gaan. Het benoemt die donkere kant. Het lied schetst twee wegen. Je kunt de weg gaan van de oefening en het vertrouwen. Laat ik de passage over de wet zo samenvatten. Je sluit je niet aan bij mensen die kwaad in de zin hebben. En er is het andere spoor van wie zich daarvan afkeert. Dan lijkt er een voorwaarde te worden gesteld aan wie gelukkig worden genoemd. Maar wordt er een voorwaarde gesteld? Zouden de woorden die vanuit de verte klinken niet ieder mens willen wegtrekken uit alles wat donker is? Willen zij de obstakels daartoe niet wegnemen? Zonder slag of stoot gaat het niet. Maar wie deze taal niet hoort, wordt daarvan niet uitgesloten. Dan zou deze taal onzuiver gaan klinken.

Tenslotte, de wet, de regel die je in dit bestaan staande houdt, kan die niet ook worden samengevat als volgt: Gelukkig wie zuiver van hart zijn, zij zullen God zien?

Amen

Stilte

Muziek Bach, Largo uit Sonate no.4 in c kl.
Aukje Kaptein viool / Leontine Kaptein piano

Gebeden

Laten wij bidden,
Eeuwige, onze God
Hoe ver bent u, en hoe dichtbij.

Hoe groot bent u, en zo niet waar te nemen
Wij bidden dat ons hart zich tot u keert
En wegdoet al wat tussen ons staat
Dat we u mogen zien.

Wij danken u voor dit samenzijn.
Wij bidden voor wie is getroffen door de ziekte die ons omringt
voor de zorgverleners, voor hun familieleden, hun vrienden
Dat zij niet vergeten worden nu de wereld weer opengaat.

O God,
Wij bidden voor wie de genomen maatregelen te veel wordt
Die hun bedrijf kapot zien gaan, hun inkomen zien wegvallen
Wij bidden voor wie deze maatregelen niet aankunnen
Die onverschillig en boos worden

O God, wees ons nabij.

Lied 833

Neem mij aan zoals ik ben,
wek in mij wie ik zal zijn,
druk uw zegel op mijn hart en leef in mij.

Gebed
Wij bidden vanwege de ellende in deze wereld
De donkerte die ons omringt
Voor de mens die een ander het licht niet in de ogen gunt
die de adem weg knijpt van wie leven wil

Mijn God,
Wij bidden voor deze mens die daar ligt
En voor de vele anderen die ongezien hetzelfde lot ondergaan.
Trek ons weg uit de verbetenheid die ons omringt
Trek ons weg uit de onverschilligheid die ons bevangt
En sterk ons wanneer wij opstaan.

Lied 833

Neem mij aan zoals ik ben,
wek in mij wie ik zal zijn,
druk uw zegel op mijn hart en leef in mij.

Laten wij in stilte zijn
In stilte zeggen wat ons hart ons ingeeft.|

Hoor ons gebed, o God
En laat ons bidden
Ieder op zijn wijze:

Gezongen Onze Vader

Onze Vader in de hemel
uw naam geheiligd, uw koninkrijk komend
uw wil geschiedend
zo moge het zijn, op aarde en in de hemel.
Geef ons brood van genade, morgen, vandaag nog
Kwijt onze schulden. Leer ons vergeven
Moedig ons aan, dat wij voorgaan
op de weg van het leven.

Want aan u behoort het koningschap
De macht en de majesteit
Tot in eeuwigheid

Amen

Aankondiging Collecte

De collecte voor vandaag is voor de School of Hope waar vluchtelingenkinderen op het eiland Lesbos onderwijs krijgen. In het bijzonder vragen wij jouw bijdrage voor:
– het inkopen van lessen Grieks voor de kinderen, zodat dit hun integratie op termijn zal bevorderen
– het aanschaffen van meer buitenspeelgoed
– het aanschaffen van extra schoolbankjes

Vluchtelingen verblijven vaak langdurig in Moria (zes maanden tot meer dan een jaar), in afwachting van beslissingen in hun asielprocedure. De meeste kinderen zijn voor educatie aangewezen op organisaties die niet-formeel onderwijs aanbieden, zoals Stichting Bootvluchteling met de School of Hope. Onze School of Hope biedt plek aan tachtig leerlingen in twee klaslokalen; we hopen later dit jaar nog meer kinderen een plek op onze school aan te kunnen bieden.

Met de school geven wij kinderen in het onveilige en instabiele Moria een veilige, stabiele en gestructureerde omgeving waarin zij zich kunnen ontwikkelen op cognitief en creatief gebied, maar vooral ook op sociaal-emotioneel vlak.

Slotlied

Lied 419: 1 en 3         

Wonen overal nergens thuis
aarde mijn aarde mijn moeders huis
vallende sterren de schim van de maan
mensen die opstaan en leven gaan –
mensen veel geluk.

Wonen overal bijna thuis
aarde mijn hemel mijn vaders huis
stijgende sterren de lach van de maan
mensen die dromend een stem verstaan –
mensen veel geluk.

Oproep en zegen

Laten we nu wij uit elkaar gaan
Ons leven opnemen door in liefde te leven met onze naasten, met alle mensen om ons heen,
Onder Gods zegen:

De Eeuwige zegene en hij behoede u,
De Eeuwige doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig,
De Eeuwige verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.

Afgesloten door de zangers:

Zegen ons en behoed ons
Doe lichten over ons uw aangezicht
en geef ons vrede          

Naspel op het orgel:
Fantasie in d kl. van G.Ph. Telemann.
Leontine Kaptein


Wilt u deze teksten wellicht printen? Dat kan het beste via deze link!

 

Over Redactie

Redactie

De redactie van Remonstranten.nl bestaat uit Annemarie Gerretsen, Liesbeth Orthel en Michel Peters. Zij opereren vanuit het Landelijk Bureau in Utrecht en komen wekelijks bij elkaar om voor jou de meest actuele, inspirerende, verdiepende en/of remonstrantse blogs te publiceren. Voor tips kun je het contactformulier gebruiken.

Gerelateerd