16 mei 2020

‘Wat later komt weet ik nooit, wat voorbij is laat ik gaan’

Geschreven door Ilonka van der Sluijs - Visser

‘…beseffen welke verbinding en nabijheid we in ons hart kunnen ervaren. En erop vertrouwen dat we op onze levensreis –uiteindelijk, en misschien pas na vele omzwervingen– aankomen in ons eigen hart’. Dit zijn ongeveer de laatste woorden van de overweging van André Meiresonne van 17 mei.

Het is al jaren geleden dat ik de ‘Ode van de zee’ van Pessoa kocht. Het is een gedicht met 900 verzen waarin de hoofdpersoon op een zomerochtend aan de kade van de Taag aan een reis begint naar ‘de diepzee van de geest’. Een bijzonder gedicht om mee op weg te zijn, maar voor nu wat te lang … Echter ook in bijgevoegd gedicht gaat het over plaats en tijd – omzwervingen dus.

Ik weet niet hoeveel zielen ik heb

Ik weet niet hoeveel zielen ik heb.
Telkens weer word ik ontbonden.
Het is alsof ik voortdurend wegeb.
Ik heb me nooit gezien of gevonden.
Ik heb alleen de ziel van al dat zijn.
En wie een ziel heeft kan niet stil zijn.
Wie ziet is slechts wat hij ziet,
Wie voelt is zichzelf niet.

Als ik let op wat ik ben en waarneem,
Word ik hen en niet meer mezelf.
Alles wat ik droom of me voorneem
Gaat uit van waar ik het opdelf.
Ik ben mijn eigen toneel,
Ik kijk hoe ik daar speel
En alleen en gespleten rondren,
Ik voel mezelf niet waar ik ben.

De Taag in Lissabon

Daarom lees ik verstrooid,
Als bladzijden mijn bestaan.
Wat later komt weet ik nooit,
Wat voorbij is laat ik gaan.
In de kantlijn van wat ik lees
Teken ik aan wat bij me oprees.
Ik herlees het en zeg ‘Was ik dat?’
God weet het: Híj schreef op dat blad.

Fernando Pessoa (1888 – 1935)

Pessoa pelt als het ware in zijn omzwervingen alles als een ui af. Dit niet, dat niet… en wat blijft er dan over… ‘En vergeet nooit, Ik ben altijd bij je

Vrede en alle goeds,

Niels

Gerelateerd