12 april 2020

Paasviering van de Remonstranten in Sommelsdijk vanuit huis

Geschreven door Ilonka van der Sluijs - Visser
Geen kerkdienst bij de Remonstranten Sommelsdijk vanwege de corona-uitbraak, maar een podcast-viering die iedereen thuis kan beluisteren. Deze viering is ook thuis gemaakt door de gemeenteleden. André Meiresonne spreekt een overdenking uit, Janet Parlevliet doet de bijbellezing en Chloë de Waal zingt Bachs ‘Von der Auferstehung Jesu Christi’. Sjaliene de Waal begeleidt haar op piano. Onder de opname staan de teksten.

De viering is hier te beluisteren:

Pasen 2020

Inleiding:

Het is Pasen. Een Pasen die we niet snel zullen vergeten. ‘Die Pasen van 2020 dat alles stilstond. Dat alles anders was, en we niet wisten hoe lang het nog zou duren.’ Lockdown – vastgezet, opgesloten. We zoeken nieuwe manieren om elkaar nabij te zijn. Samen te zijn in de anderhalve meter-samenleving. Verbinding vorm te geven. We missen elkaars aanwezigheid, de aanraking – het gezamenlijke paasontbijt.

Op deze Paasmorgen heeft Bram Schrier de nieuwe Paaskaars voor iedereen aangestoken.

Bijbellezing:

Lucas 24:13-35 (uit de Bijbel in Gewone Taal), De Emmaüsgangers

13 Op diezelfde dag gingen twee leerlingen van Jezus op weg naar het dorp Emmaüs. Dat dorp ligt ongeveer 12 kilometer van Jeruzalem. 14 Ze spraken met elkaar over alles wat er gebeurd was. 15 Terwijl ze zo liepen te praten, kwam er iemand bij hen lopen. Het was Jezus, 16 maar de leerlingen herkenden hem niet.

17 Jezus vroeg: ‘Waar praten jullie over?’ Verdrietig bleven de twee leerlingen staan. 18 Eén van hen heette Kleopas. Hij zei tegen Jezus: ‘Jij komt hier zeker niet vandaan? Weet je niet wat er de afgelopen dagen in Jeruzalem gebeurd is?’ 19 Jezus vroeg: ‘Wat dan?’ Toen vertelden de leerlingen wat er gebeurd was met Jezus. Ze zeiden: ‘Jezus uit Nazaret was een profeet van God. Zijn bijzondere woorden en machtige daden maakten diepe indruk op het hele volk. 20 Maar de priesters en de leiders wilden dat Jezus gedood zou worden. Daarom hebben ze hem weggebracht en aan het kruis gehangen. 21 Wij hoopten dat Jezus gekomen was om Israël te bevrijden. Maar nu is het al de derde dag na zijn dood. 22-23 Vandaag hebben een paar vrouwen uit onze groep ons erg in de war gebracht. Ze zijn vanmorgen heel vroeg naar het graf gegaan. Toen hebben ze ontdekt dat het lichaam van Jezus er niet lag. Dat kwamen ze ons vertellen. Ze hebben zelfs engelen gezien, die zeiden dat Jezus leeft. 24 Sommigen van ons zijn toen ook bij het graf gaan kijken. En alles was precies zoals de vrouwen gezegd hadden. Maar Jezus hebben ze niet gezien.’

25 Toen zei Jezus tegen hen: ‘Wat zijn jullie toch dom. Jullie begrijpen het nog steeds niet! Waarom geloven jullie niet wat de profeten gezegd hebben? 26 Jullie wisten toch dat de messias eerst moest lijden voordat hij koning kon worden?’ 27 En Jezus legde hun uit wat er over hem in de heilige boeken stond. Hij begon bij de boeken van Mozes en al de profeten.

Tijdens het eten nam Jezus het brood. Hij dankte God, brak het brood in stukken en deelde het uit. Op dat moment herkenden de leerlingen Jezus. De renaissance-schilder Caravaggio verbeeldde dit moment in 1601.

28 Toen kwamen ze bij het dorp Emmaüs. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. 29 Maar de twee leerlingen hielden hem tegen en zeiden: ‘Blijf toch bij ons. Want de dag is bijna voorbij, het wordt al donker.’ Toen ging Jezus met hen mee. 30 Tijdens het eten nam Jezus het brood. Hij dankte God, brak het brood in stukken en deelde het uit. 31 Op dat moment herkenden de leerlingen Jezus. Maar direct daarna zagen ze hem niet meer.

32 De twee leerlingen zeiden tegen elkaar: ‘Had jij onderweg ook al zo’n bijzonder gevoel? Er was iets toen hij met ons praatte en de heilige boeken uitlegde.’ 33 En meteen stonden ze op en gingen terug naar Jeruzalem. Ze gingen naar de elf leerlingen, die daar bij elkaar waren met de andere leerlingen. 34 Toen ze binnenkwamen, zeiden de elf leerlingen en de anderen: ‘Jezus is opgestaan, het is echt waar! Simon Petrus heeft hem gezien!’ 35 Toen vertelden de twee leerlingen wat zij onderweg meegemaakt hadden. En hoe ze Jezus herkend hadden toen hij het brood brak.

Overdenking:

Met Pasen vieren we de opstanding. Jezus Christus staat op uit de dood. Maar geen opstanding zonder kruisiging. In de Tuin van Getsemane is Jezus van Nazareth doodsbang. ‘Laat deze beker aan mij voorbijgaan!’ bidt hij. Voelt zich dood alleen. Vraagt zijn leerlingen: ‘Waak met mij!’. Maar ze vallen in slaap. Terwijl de priesters hem ondervragen, zegt Petrus hem niet te kennen. Bij Pontius Pilatus verdedigt hij zich niet. Het maakt niets meer uit. De teerling is geworpen.

Jezus ziet de werkelijkheid onder ogen. Hij staat er alleen voor. En geeft zich over – aan de Joden en de Romeinen, aan het lot, aan God. En in de godsverlatenheid van het kruis schreeuwt hij uit: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?!’

De geseling van Jezus, geschilderd door Caravaggio.

En aan dat kruis weet Jezus iets op te brengen wat goed beschouwd onmenselijk is. Hij vraagt om vergeving. Hij vraagt om vergeving voor iedereen die hem verraden heeft, in de steek gelaten heeft, gemarteld en gekruisigd. ‘Vader, vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen.’

Het bijzondere is, hij vergeeft niet zelf. Nee, hij vraagt aan God om al die mensen te vergeven. Stelt zich er niet boven, zo van ‘ik vergeef jou’. Dan zou hij zo goed zijn om zijn vijanden en belagers te vergeven. Nee, hij vraagt God hen te vergeven.

Jezus kan zijn eigen pijn dragen, dus hij hoeft een ander ook niets na te dragen. Want wanneer je je eigen pijn kunt dragen, hoef je niets te vergeven. Dan hoop je dat anderen zichzelf kunnen vergeven. En zo lang hen dat niet lukt, kun je God vragen hen te vergeven. Dat is de betekenis van ‘Vader vergeef hen’.

Jezus gaf het ultieme voorbeeld van jezelf ontstijgen. Hij wordt geëxecuteerd en vraagt om vergeving voor zijn executeurs. Dat is de overtreffende trap van mededogen. Hoe zou je dit kunnen noemen? Natuurlijk, het is compassie: je werkelijk in een ander kunnen verplaatsen. Maar empathie opbrengen, terwijl je aan het kruis hangt?!

Dit is de liefde waar Jezus over sprak, de liefde die hij onderwees, de liefde die hij belichaamde – dit is ‘aanschouwelijk onderwijs.’ Dit is liefde tot in haar uiterste consequentie doorgevoerd. Dit is het ‘Maar ik zeg je: Heb je vijanden lief’ uit de Bergrede. Liefde als heldendaad.

Jezus laat aan het kruis zien wat onvoorwaardelijke liefde is. Hij stelt geen voorwaarden. Je hoeft niet te deugen, je mag een sukkel zijn, je mag zelfs een hufter zijn. Want iedereen, hoe dom of slecht ook, verdient mededogen. Barmhartigheid, om het bijbels te zeggen.

Iedereen heeft recht op die alles vergevende, goddelijke liefde. Ook al ben je niet in staat om die liefde zelf te geven, en doe je zelfs het tegenovergestelde. Ook al ben je een sukkel, al gedraag je je als een hufter, ook al doe je nog zulke domme of nare dingen, er bestaat vergeving – bij God.

Het verraad door Judas, van Caravaggio.

Jezus toont eindeloos veel begrip voor mensen en hun gedrag: voor Judas die hem verraadt; voor Petrus die hem niet meer kent; de priesters die hem uitleveren; het volk dat om zijn dood roept; de politicus die hem ter dood veroordeelt; de soldaten die hem martelen en kruisigen; de ramptoeristen die hem uitlachen, terwijl hij op een heuveltop in de brandende zon langzaam maar zeker sterft door verstikking.

Op dit o zo menselijke gedrag, dit laffe gedrag, wangedrag, reageert Jezus, goed beschouwd, bovenmenselijk. Maar hij was ook een mens, dus blijkbaar kan dit? Jezus laat ons zien dat een mens, wij dus, dit begrip ergens in ons hebben. We hebben allemaal de potentie om boven onszelf uit te stijgen. Zo groot te worden als we zijn – zoals we bedoeld zijn. God schiep ons toch ‘als zijn evenbeeld’?

Jezus vraagt ons: ‘Kun je van je afschudden waarvan je denkt: dat wil ik niet meer?’ Bijvoorbeeld: ik wil niet meer boos doen, of naar, vervelend. Ik wil niet meer bang zijn en dan anderen bang maken. Niet meer anderen beschadigen, omdat ik zelf beschadigd ben. Want het liefst zou ik leven in liefde.

En precies dat, in liefde leven, dat is opstaan. Opstaan uit je eigen middelmatigheid, jezelf bij elkaar pakken en zeggen: ‘Ik ga het anders doen! Ik ben mijn eigen gezeur en gemuts zat. Ik sta op.’ Leven in liefde. Het klinkt zo eenvoudig – wat niet wil zeggen dat het makkelijk is. Maar wees niet bang: ‘tot het onmogelijke is niemand gehouden’. Doe wat je kunt.

Leven in liefde kostte Jezus zijn leven. Was dat erg? Ja, natuurlijk! Maar er is één lichtpuntje. ‘Zonder kruisiging geen opstanding.’ Juist de dood van Jezus bracht een schok teweeg. Een aardverschuiving die nu al twintig eeuwen nadreunt. Want hoe kun je iemand die zo vol liefde is ombrengen? Wij mensen kunnen dat, dat blijkt. Maar wat na tweeduizend jaar nog steeds leeft is het voorbeeld van zijn leven. Jezus leeft voort. Het is waar: ‘Jezus Leeft!’

De volgelingen van Jezus wisten dat hij dood was. Ze waren verdrietig en geschokt. Ook de twee op weg naar Emmaus wisten van zijn dood. Maar de geest van Jezus was zo aanwezig dat zij geloofden dat hij nog leefde. Zijn lijden had doorstaan, door de dood was heengegaan en weer opgestaan. Ze konden zijn aanwezigheid ervaren. Voor hen was hij er, bij hen, met hen – voor altijd.

De zeven daden van barmhartigheid, Caravaggio

Het appèl dat Pasen op iedereen doet, gelovig en ongelovig, is: Sta op! Word zo groot als je bent. Leg af wat je niet meer dient. Wees niet bang, ga het leven aan. Volg het voorbeeld van belangeloze liefde dat Jezus ons voorleefde. Dan leef je in het licht van Pasen. Pasen laat zien dat het onmogelijke mogelijk is. Dat we kunnen opstaan uit de dood – en leven in liefde.

Deze onwerkelijke tijd geeft ons de kans om te oefenen in liefde. Teruggeworpen op onszelf brengt corona ons dichter bij elkaar. Door de maatregelen zijn we van elkaar gescheiden, maar we hebben ons sinds lang niet meer zo verbonden gevoeld. We beseffen dat we hier samen inzitten en alleen met samen uitkomen. Ineens blijken we niet alleen op elkaar aangewezen, maar ook meer op elkaar gesteld dan we dachten. We raken weer doordrongen van de waarde van de ander.

En zien we dat niet om eens heen? We willen er voor elkaar zijn. We bellen, appen, mailen, schrijven elkaar. We praten aan de voordeur en over de heg, we zwaaien naar elkaar. We leggen een bloemetje op de stoep en geven een taartje af.

Corona kan ons hoopvol stemmen – hoopvol over ons mensen. Op televisie las de jonge cabaretier en filosoof Tim Fransen voor uit De Pest, van Albert Camus. Dat Franse boek, verschenen kort na de oorlog. Het eindigt met deze woorden van hoop: ‘Wat je van plagen kunt leren, is dat er in de mens meer te bewonderen dan te verachten valt.’

Sta op, en leef in liefde. We weten precies wat dat is. Het is waar we echt blij van worden, het is waar we vervuld van raken – opstaan is er voor elkaar zijn.

Amen

Afsluitend lied

Chloë de Waal zingt ter afsluiting ‘Von der Auferstehung Jesu Christi van Johann Sebastian Bach’. Zij wordt daarbij op piano begeleid door Sjaliene de Waal.

Chloë de Waal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bach JS Jesus unser Trost und Leben Schemelli.pdf

Gerelateerd