Religiewetenschappen
Wanneer religie zelf onderwerp is van wetenschappelijk onderzoek hebben we het over religiewetenschap of godsdienstwetenschap. Godsdienstwetenschap is iets anders dan theologie. Simpel gezegd: theologie doet uitspraken over God en godsdienstwetenschap doet uitspraken over religie(s). Om dat onderscheid duidelijker te maken wordt de benaming ‘religiewetenschappen’ tegenwoordig wat vaker gebruikt dan ‘godsdienstwetenschappen’.
Harry Kuitert
Bijna iedereen kent Harry Kuitert’s beroemde one-liner:
Alle spreken over boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van boven te komen.
In zijn visie zijn geloof en God uiteindelijk producten van de menselijke verbeelding, en kan theologie – in elk geval de dogmatiek – feitelijk geen wetenschap genoemd worden.
Een opmerking waar we tegenwoordig niet van zullen verschieten. Maar in de jaren negentig was dit nog een vrij opruiend geluid in de kerk en in de theologie. Maar alles went en tegenwoordig is het idee dat iedere gelovige of geloofsbeweging zijn eigen godsbeeld maakt vrij gangbaar. God en religie zijn dus in zekere zin product van eigen verbeelding of van eigen cultuur, zeker buiten de kring van meer orthodox gelovigen.
Perspectief bij religiewetenschappen
Theologie verdiende volgens Kuitert dan niet het predikaat wetenschappelijk, maar religiewetenschap is een ander geval. Religiewetenschap bedient zich van wetenschappelijke methodes om religie te bestuderen zonder daar een waarheidsclaim aan te verbinden.
Het gaat er bij religiewetenschappen niet om welke religie de waarheid over God in pacht heeft, maar om de objectieve benadering van religie als cultureel verschijnsel. Het bestuderen en vergelijken van verschillende religies verschaft daartoe inzichten in het ontstaan en functioneren van religie en godsbeelden in het algemeen.
De opmerking dat ‘wat wij van beneden beweren over boven van beneden komt’ bevat dus wel waarheid. Religieuze uitingen zeggen veel over de culturele bagage en de projecties van degenen die uitspraken doen over een God, over geloven of over religie in het algemeen. Het perspectief bij religiewetenschappen is dan ook nadrukkelijk historisch, sociologisch en psychologisch, en niet theologisch.
Welke religie ‘spreek’ je?
De religie waar je mee opgroeit vormt je en is het kader waarmee je naar de wereld kijkt en naar andere religies. Je kunt het vergelijken met het aanleren van een moedertaal en een nieuwe taal: thuisraken in een religie is net als het aanleren van een taal. De religie waar je mee opgroeit is de religie waar je het best mee ‘spreekt’. Waarvan je de cultuur en de taal het best begrijpt, en die je het meest eigen is. Je kunt je verdiepen in, kennismaken met, overgaan tot andere religies, maar de religie waar je mee bent opgegroeid zal je referentiekader blijven. Terwijl je wel uit de voeten kunt met andere of nieuwe religies. Omdat er ook veel is dat deze religies gemeen hebben of met elkaar verbindt.
Mensen hebben de neiging (hun) geloof dicht te timmeren. Maar wanneer je vanuit breder cultureel perspectief naar een religie kijkt, zie je dat dit onhoudbaar lijkt. Religieuze opvattingen en gebruiken komen ergens vandaan, en ze veranderen ook in de loop van de tijd. Geloof ‘vastzetten’ heeft dus geen zin.
Religie leeft
Godsdienstwetenschappers reconstrueren een religie. Ze kijken naar de ‘aardlagen’ ervan: wat hebben religies gemeen? Wat is de weerslag van cultuur en tijd?
Voor de Remonstranten is het waardevol om te weten ‘hoe zit het met het geloof dat ik aanhang, waar komt het vandaan?’ En tegelijkertijd voldoet die culturele kennis op zichzelf niet, want er is ook een toekomst. Religie is dynamisch, humaniteit speelt een rol, er is sprake van voortschrijdend inzicht. Religie is niet alleen neerslag van geschiedenis en cultuur – zoals in de religiewetenschappen – maar heeft ook een functie in het huidige leven en in de toekomst.
Remonstranten vinden het bijzonder boeiend om hierover na te denken. Hun houding is daarom ook niet: ‘onze christelijke godsdienst is de beste’. Liever plaatsen Remonstranten hun geloof in perspectief tussen andere godsdiensten, bijvoorbeeld aan de hand van religiewetenschappelijke wetenschappelijke inzichten.
Dat alle spreken over boven komt van beneden dat klopt: de bewoordingen zijn menselijk en cultuurbepaald, maar er is meer. Voor de meeste gelovigen is religie meer dan verzinsel. Namelijk de troost dat er buiten hen en buiten dit aardse nog een metafysische, goddelijke werkelijkheid is. Het onderzoeken van de uitwerking van die overtuiging levert boeiende inzichten op. Wetenschappelijke inzichten die je kunnen helpen bij het reflecteren op je eigen beleving van God en religie.